Veilig motorrijden blijft het belangrijkste wat er is. Eigen veiligheid eerst, daarna komt de fun. Omdat wij als vereniging veiligheid echt ontzettend belangrijk vinden, komt dit thema regelmatig terug op de website. Dit keer in de vorm van een aantal nuttige tips.
Tip 1 – Plek ten opzichte van andere weggebruikers
Vermijd het constant blijven rijden naast een ander bewegend voertuig. Je weet nooit wanneer deze van rijstrook verandert in jouw richting zonder duidelijk voorteken, je zal maar in de “dode hoek” van de chauffeur zitten.
Tip 2 – Vrachtwagens
Houd er rekening mee dat vrachtwagenbestuurders lang op de weg zitten en niet altijd op en top fit meer zijn, wat invloed heeft op hun rijgedrag.
Tip 3 – Losliggende lading
Vermijd het rijden achter vrachtwagens, busjes of aanhangers die hun lading kunnen verliezen. Ook andere automobilisten vervoeren soms vrachten die niet alleen hun zicht belemmeren, maar in sommige gevallen niet goed vast zitten met het gevaar dat het voor jouw op de weg valt.
Tip 4 – Vaart minderend verkeer
Vaart minderend verkeer kan voor levensgevaarlijke situaties zorgen, zeker als je te laat beseft dat het verkeer voor je plotseling afremt. Dit kun je vermijden door je snelheid op tijd aan te passen, goed rekening te houden met het verkeer voor je en vooral: afstand bewaren!
Tip 5 – Noodstop
Als je ineens sterk moet remmen kijk in je spiegels! Soms is het beter om je toevlucht tot de berm te zoeken als je achterligger niet in de gaten heeft dat de rij voor je aan het afremmen is. Kijk in dat geval goed uit voor grind, zand en andere zaken die zich in de berm kunnen bevinden.
Tip 6 – Slaat het tegemoetkomende verkeer ook echt af?
Kijk goed uit of de auto die in tegenovergestelde richting jou tegemoet rijdt, daadwerkelijk afslaat, zoals aangegeven door zijn richtingaanwijzers, voordat jij voor hem afslaat.
Tip 7 – Neemt het op de rotonde rijdende verkeer ook echt de afslag?
Houd echter altijd nog steeds wat extra reserve als er een voertuig op de rotonde rijdt die aangeeft de afslag te nemen. Het kan namelijk wel eens zijn dat deze te vroeg aan is gezet.
Tip 8 – Rijd nooit aan de grens van je maximum kunnen, rijdt defensief
Oftewel ben je in staat met een bepaalde snelheid door een bocht te cruisen, ga er dan net iets onder zitten, zodat je reserve overhoudt voor onverwachte situaties. Er kan altijd iets onverwachts gebeuren waardoor je boven je kunnen moet handelen. Zorg er daarom voor dat je net onder je ‘maximale vermogens’ zit om ook dat onverwachte te kunnen behappen. Noem het defensief rijden, een ontsnappingsroute hebben of reserve opbouwen. Iedereen begrijpt wat we hier bedoelen. Toch tegen je limiet rijden? Niemand wil asfalt happen…
Tip 9 – Altijd je licht aan!
Dagelijks zien we nog veel motor- en scooterrijders zonder licht rijden. Met licht aan word je echt veel beter waargenomen. Sommigen hebben om deze reden zelfs gele schijnwerperlampen ingebouwd. Stel je voor, je rijdt op een weg met de zon achter je, en uit een zijweg komt een voertuig. Wat valt beter op -geen, wit of geel licht?
Tip 10 – Wen je eraan altijd twee vingers over je rem te houden
Bij een noodstop scheelt je dit kostbare seconden en misschien net die paar meter die je kunnen redden.
Tip 11 – Leer een noodstop maken
Een motor kan meestal sneller stoppen dan een auto. In de praktijk is dit meestal niet het geval. Reden is vaak foutief en onregelmatig remmen.
Oefen daarom regelmatig een noodstop. Kies een plek waar niemand je stoort of iemand in gevaar brengt. Kies een punt op de weg of zet er wat neer, rijd er met 50 km/h op af en probeer zo goed en snel mogelijk te remmen. Blokkeert het voorwiel, gebruik dan een vinger minder om te remmen, twee is meestal genoeg.
In het begin zul je merken dat dit best moeilijk is, oftewel je voertuigbeheersing is nog niet wat het zijn moet. Na enige tijd en oefenen zul je merken dat je remweg steeds korter wordt, je remmen en banden worden echter steeds warmer, waardoor het resultaat ook anders uitpakt. Neem dus regelmatig een pauze zodat de boel weer afkoelt, om de optimale omstandigheden te krijgen voor een noodstop. In het geval van een noodstop zijn remmen en banden immers ook vaak niet opgewarmd.
Tip 12 – Geen gewichtsverplaatsing in bochten
Het is belangrijk in bochten geen gewichtsverplaatsing te hebben. Dit betekent niet remmen of gas verminderen. Kan het op een gegeven moment echt niet anders, dan moeten deze correcties zeer zacht, met een fluwelen hand, doorgevoerd worden. Het meest optimaal is met gelijkmatig gas door de bocht. Belangrijk is om de banden in een bocht niet plotseling te belasten. Bij regen of koude is het natuurlijk allemaal nog meer opletten!
Tip 13 – Snelheid aanpassen waar het minder overzichtelijk is
Pas je snelheid altijd aan waar het minder overzichtelijk is. Dus liever niet in de bossen (wisseling van licht/schaduw), over heuvels en door bochten scheuren zonder dat je weet wat zich daarachter bevindt. Rijd altijd zo, dat je altijd in staat bent te stoppen.
Tip 14 – Controle van je motor voor een rit, zie ook motoronderhoud
Voor elke rit dien je je motor aan een controle te onderwerpen. Dit heeft écht nut. Soms ben je onderweg en rijdt je motor niet lekker, blijkt dat je te weinig lucht in je banden hebt. Soms kom je er pas tijdens het rijden achter dat er iets aan je motor mankeert. Controleer dus altijd je motor voordat je gaat rijden. Controleer elke veertien dagen de luchtdruk en andere belangrijke onderdelen. Je ketting controleren en smeren is een dagelijkse bezigheid, zeker als je in de regen hebt gereden. Als smering gebruik je white grease. Makkelijk ertussen te spuiten en binnen een kwartier wordt het lekker dik wit vet, dat er moeilijk af gaat.
Tip 15 – Leer een juiste kijktechniek aan
Kijktechniek is enorm belangrijk! De juiste blik in een bocht, maar ook oogcontact met andere verkeersdeelnemers. Denk maar aan iemand die uit een zijstraat rijdt. Kijk je hem in de ogen, dan kun je aannemen dat hij je gezien heeft. Alles draait om zien en gezien worden.
Tip 16 – Rijd met een vizier
Als motorrijder kom je onderweg van alles tegen. Soms is dat iets wat andere verkeersdeelnemers wat uit het raampje gooien, de ruitensproeier aanzetten of veroorzaken enorme stofwolken. Met een open vizier krijg je snel wat in je ogen en bent een korte tijd niet in staat om iets te zien. Rijd daarom zoveel mogelijk met een gesloten vizier.
Mocht het toch gebeuren je met een open vizier rijdt en iets ziet aankomen? Probeer dan één oog dicht te knijpen, dan zie je daarna in ieder geval nog iets met het oog dat je dicht had. Klinkt misschien raar, maar in de praktijk heeft dit zijn nut echt bewezen.
Tip 17 – Denk voor anderen
Vaak komt het alleen daarom niet tot een ongeval doordat een persoon zich op het juiste moment in de positie van een andere verkeersdeelnemer verplaatst. De fietser die plotseling uitzwenkt, het kind dat ieder moment de straat op kan rennen of de auto of motor die tegen de zon in rijdt en slecht ziet – in zulke situaties moet je leren voor anderen te denken. Als je je voortdurend de vraag stelt -‘Wat zal waarschijnlijk als eerste gebeuren?’ kun je veel onaangename verrassingen voorkomen.
Tip 18 – Laat je niet provoceren
Reageer gelaten als iemand sneller dan geoorloofd rijdt of een andere verkeersregel overtreedt. Geef geen commentaar en speel geen eigen rechter. Daarmee verander je het kleine groepje verkeersterroristen toch niet, maar verhoog je alleen het risico op een ongeval. Zorg dat je altijd het goede voorbeeld geeft.
Tip 19 – Neem de tijd
Wie rustig blijft, rijdt veiliger. Stress en spanningen verhogen daarentegen het risico op een ongeval. De minimale tijdwinst die je er zo uithaalt staat in geen verhouding tot het hoge risico. Ga op tijd weg en laat het niet op de laatste minuut aankomen.
Tip 20 – Rijd met aangepaste snelheid
Een kwart van alle ongevallen gebeurt door niet-aangepaste snelheid. Bijzondere omstandigheden als regen, mist, schemer, bochten e.d. vereisen een daarop afgestemd tempo. Dat kan vaak beduidend langzamer zijn dan door borden of regels worden voorgeschreven.
Tip 21 – Houd voldoende afstand
Afstand schept bewegingsruimte. Hoe groter de afstand, des te meer tijd er overblijft om te reageren, te remmen of uit te wijken bij plotselinge gevaren. Als zich iemand anders in die veiligheidszone dringt, helpt maar één ding; opnieuw afstand vergroten!
Tip 22 – Bij twijfel niet inhalen
Wacht met geduld en gelatenheid op een kans om in te halen. Een kleine tijdwinst verdient geen groot risico. Voor het geval je een onvoorzichtige inhaler tegenkomt – uiterst rechts gaan rijden en in geval van nood afremmen!
Tip 23 – Let goed op voorrangsregels
Liever tweemaal kijken dan het er eenmaal op aan laten komen. Kruisingen en splitsingen zijn potentiële ongevalspunten. Alleen als je hier de voorrangsregels strikt in acht neemt en oplettend rijdt kun je conflicten en risico’s voorkomen. Houd bij gecompliceerde kruisingen altijd rekening met het feit dat andere een fout kunnen maken en doe eventueel afstand van je recht op voorrang.
Tip 24 – Last but not least – drink geen alcohol als je op de motor gaat rijden!
We weten allemaal dat alcohol ervoor zorgt dat je meer risico’s neemt, maar dat het waarnemingsvermogen en je reactievermogen duidelijk verminderen. Een vierde van alle verkeersdoden is terug te voeren op alcoholgebruik. Daarom nooit met alcohol op je motor stappen!